Liefdadigheid uitoefenend en rechtvaardigheid najagend (**) , hij ging

De bovenspreuk is uit Genesis 18:33

De tekst heeft twee imperfecties taalkundig.

Verdere bijzonderheden:

Bron: Joden in Noord-Oost Groningen (Stichting Vrienden van het Rijksarchief in Groningen, p. 170-171)

"Blijkens de notulen van de kerkeraad van 8 februari 1887 werd in dat jaar een nieuwe vereniging onder de naam Gemilath Chasadiem (liefdadigheid der vromen) opgericht, die zich ten doel stelde het bieden van troost en hulp aan zieken, het verlenen van bijstand aan zieltogenden, het reinigen en ter aarde bestellen van lijken."

"Blijkens een opschrift op de linker gedenksteen op het metaher- of reinigingsgebouwtje, gelegen links naast de ingang tot de begraafplaats, was dit er in 1900 gekomen als "een geschenk van de heilige vereniging Gemilath Chasadiem", zoals in het hebreeuws aan het hoofd van die steen staat. Hij wordt hierop als voorzitter vermeld.