Het Stenen Archief - Alleen afgerond onderzoek

4230

(13)15
5
Aussen
Asser Benjamin
Asher z.v.Benjamin
Sophia(Antje) Vroom
Bernard Aussen & Schoontje(Meijer)Moses
03-12-1846
14 Kislev 5607
Steenderen
7-11-1932
8 Cheshvan 5693
Bronkhorst
Bronkhorst
פנ אשר בן בנימן ושם אמו שינא הלך לעולמו ט' חשון תרצג לפ"ק ת נ צ ב ה
תאריך הפטירה הלועזי הוא 8-11-1932
Hier rust Asher zoon van Benjamin En de naam van zijn moeder was Scheine Hij ging naar zijn Hiernamaals op 9 Cheshvan 5693 T.N.Ts.B.H.
Het graf van zijn echtgenote = (13)10 ---------------------------------------------------- Hans Kooger vertelt in zijn boek "Joods Leven in Bronkhorst,Steenderen,Brummen" -De Walburg Pers 1978 (overgenomen met mondeling gegeven toestemming van de auteur) vrij veel over de familie Aussen in het algemeen en over Asser Benjamin in het bijzonder, waaruit de volgende fragmenten:- [pag. 27-29] a.-Asser Benjamin en Sophia(Antje) trouwden te Steenderen op 16-5-1872. b.Asser vestigde zich te Bronkhorst, na eerst nog te Steenderen en Hummelo gewoond te hebben. Het echtpaar woonde-en bleven daar hun hele verdere leven- in huis nr. B22, daarna Kasteelweg 1, naast de herberg c.-De familienaam Aussen was een verbasterde notering van de naam Osjer, Jiddische uitspraak van Asher, en dit bleef sindsdien de familienaam.Vermoedelijk was de echte naam Mannheim. d.-Asser handelde in eieren, metalen, lompen e.d. en was slachter van kleinvee. b.-Asser B. was te Bronkhorst klepperman, lantaarnopsteker en nachtwaker. Bekendheid kreeg hij als klepperman van het plaatsje Bronkhorst. Hierover Hans Kooger:- "De klepperman Volgens diverse gesprekken en uit verkregen informatie uit ontvangen brieven, is gebleken dat de Aussens in Bronkhorst een erg gezellig gezin hadden. De volwassen kinderen en kleinkinderen kwamen er graag op bezoek en als er (dat was voor 1914) onweer dreigde dan moesten alle kinderen en bezoekers naar buiten. Een fraai kistje met sieraden en familiepapieren werd meegenomen en de klep werd te voorschijn gehaald uit de chiffonniere (meubel met laden)! De klep was een attribuut van Asser Benjamin, de pater familias die klepperman, nachtwaker טn lantaarnopsteker was van het stadje Bronkhorst tussen 1884 en 1924. Het stadje had omstreeks 1891: 63 huizen en 354 inwoners . Asser Benjamin was een der weinige joodse, officieel aangestelde kleppermannen in ons land in die periode. .................. In 1800 was er al een klepperman in Bronkhorst ................... De klep van de klepperman was een hamertje op een plank bevestigd. Met dat apparaatje sloeg Asser de uren vanaf 16.00 uur en hij riep dan: "De klok heit vier, vier heit de klok". Hij waarschuwde ook als er onweer dreigde. De Bronkhorster klepperman droeg als teken van zijn waardigheid een leren riem dwars over zijn buis. De Oosteuropese Shulklapper heeft enige overeenkomst met de Nederlandse klepperman; maar de eerste riep tot sjoelgang op. Hoe Asser zijn beroep gerijmd heeft met de sabbatsviering (de sabbat begint vrijdagavond ruim een uur voor zonsondergang) is niet meer makkelijk na te gaan. Als nachtwaker kreeg Asser tussen 1884 en 1914: f 77,- per jaar. Hij was tussen 1915 en 1924 officieel lantaarnopsteker van zes lantaarns, voor f 95,- per jaar. ................................. Asser Benjamin was tevens gedurende 28 jaar bieleman van de (kleine?) Schutterij van Bronkhorst. Hij droeg dan een kurassiershelm of een soort feesthoed, een bijl (vandaar bie1eman) en een soort clownspak. Tijdens het Schuttersfeest, begin september, moesten twee bielemannen de optocht voorgaan met danspasjes en gezang..... ...................... Asser Benjamin kreeg als vergoeding voor zijn optreden als bieleman f 1,- er jaar: omdat hij arm was en vele kindermondjes te voeden had. ............................ Voorts is nog bekend dat de Aussens op de jamiem noraiem (Ontzagwekkende Dagen) in september: op Rosj Hasjana (Joods Nieuwjaar) en Jom Kippoer (Grote Verzoendag) naar de Brummense sjoel gingen met pikzwarte handen van het walnoten plukken. Later zou dispensatie verleend zijn om met sabbat met het veer over te steken naar de sjoel van Brummen. Officieel is dit nergens vastgelegd. "
2007/11/10