Het Stenen Archief - Alleen afgerond onderzoek

2915

(13)01
5
Mansfeld
Nathan Haim
Nathan Haim z.v.David Hillel haCohen
1)-Judith Cohen-2)-Hanna Heijmans
David Nathan Mansfeld en Haja Nossen
28-12-1814
15 Tevet 5575
Warschau
24-4-1859
20 Nissan 5619
Brummen
Bronkhorst
Rustplaats van Nathan Mansfeld
שמר תם וראה ישר תחת הציון הלז נטמן איש נכבד ונשוא פנים ה"ה כ' נתן בן מהור"ר דוד הלל הכהן הלך לעולמו ביום א' כ' ניסן שנת תרי"ט לפ"ק ת נ צ ב ה
מהורר = מורנו הרב רבי 
Bewaar het eerlijke en kijk naar de oprechtigheid Onder dit gedenkteken is geborgen Een geeerd en vooraanstaand man, deze is de geeerde Nathan zoon van onze Leraar de Rabbijn Rabbi David Hillel ha-Cohen Hij ging naar het Hiernamaals op zondag de 20 Nissan 5619
De bovenspreuk is uit Psalm 37:37 De steen is ontcijferd met behulp van een foto in het boek "Joods Leven in Bronkhorst Steenderen Brummen" van Hans Kooger-pag.49. Het is de oudste steen op de Joodse begraafplaats van Bronkhorst.
Met behulp van het boek "Joods Leven in Bronkhorst Steenderen Brummen" van Hans Kooger-1978-ISBN.906011.084.6-pag. 70, is hij geidentificeerd als Nathan Haim Mansfeld-zoon van David Nathan Mansfeld en Haja Nossen, geb. te Warschau 28.12.1814, overl.Brummen 24.4.1859, in eerste huwelijk getrouwd te Veenendaal met Judith Cohen (19.12.1818-9.9.1843, geb. en ovl. te Veenendaal), in tweede huwelijk met Hanna Heijmans (geb.Bredevoort 1.2.1814,ovl.Brummen 9.10.1888) De koopman Nathan was de zoon van de onderwijzer bij de Rabbinale School te Warschau: David Nathan en van Haja Nossen . Of David Nathan rabbijn was, is niet bekend. Waarschijnlijk gaf hij les aan een jesjieva, een Talmudschool. Nathan Haim Mansfeld had Polen op 16 juli 1836 verlaten en hij woonde eerst een poosje in Rheden en trouwde met Judith Cohen, zoals vermeld. De laatste overleed in Veenendaal op 9.9.1843. Nathan woonde al voor 1843 in Steenderen. Van zijn tweede vrouw Hanna kreeg hij drie kinderen: IJzak, Jacob Haim en Jacob, die slechts 14 maanden oud werd.. - Nathan Haim Mansfeld had sinds zijn komst in Steenderen, samen met zijn eerste vrouw Judith een manufacturenzaakje in zijn huis gedreven. Vlak voor zijn huwelijk met zijn tweede vrouw Hanna, had hij op 10.6.1851 een boedel­beschrijving laten opmaken bij notaris G. J. van Tricht. Dat geschiedde in tegen­woordigheid van Michiel Cohen, Veenendaals koopman, die als toeziende voogd fungeerde van Nathan's zoon Nathan. Uit de opgesomde manufacturen rijst een beeld op van een 19de-eeuws stoffenzaakje. Er waren bij Nathan stoffen te koop, die in onze tijd alleen een melancholische glimlach oproepen. Er was ondermeer aanwezig: garen, band, allerlei soorten katoen, gaas, tule, fluweel, flanel, manchester (katoenfluweel) en de wollen stoffen molton en duffel. Voorts bevatte de winkelvoorraad: mutsen, kousen, omslagdoeken en enige soorten thee. Alles bij elkaar hadden de goederen een getaxeerde waarde van f 892,50. Als debiteuren stonden te boek: J. M. Cohen uit Veenendaal, de Fa. Mahler uit Zutphen en de heer Mansfeld uit Winterswijk (deze was zijn broer Hartog David). In 1853 woonde het gezin Mansfeld te Steenderen in wijk A, op no. 65. Na de dood van Nathan, liet Hanna Hijmans opnieuw een boedelbeschrijving maken op 12.5.1859, eveneens bij notaris van Tricht. Hanna woonde toen in Bronkhorst in een huisje, waar in het voorvertrek manufacturen en andere goederen waren opgeslagen. Wij krijgen nog een duidelijker beeld uit de be­schrijving van het stoffenzaakje, dat langzamerhand was uitgegroeid tot een flinke manufacturenwinkel. Het winkeltje was volwassen geworden en het as­sortiment stoffen - in rollen opgeslagen - was sterk uitgebreid. Zo verkochten Nathan en Hanna in die tijd: omslagdoeken, beddeveren, beddetijk, mutsen en kanten, halfzijden dasjes, schortjes, sjaaltjes, tafellakens, bonte- en rouwzakdoeken, feitels (slabbetjes) en nog steeds thee. Voorts was in voorraad: katoen in vele soorten, zoals bombazijn, Diemit, bever,.Orleans en neteldoek. Linnen weefsels zoals pellen en Schots kamerdoek, pilo(w), dat is half linnen en half katoen voor werkkleding en canefas (grof hennepweefsel) ontbraken niet. De Mansfelds verkochten ook vele wolsoorten: merinos, laken, lama, parramat, changיant en de mengstof (katoen-wol): cassinette. De laatste stof was pas in 1846 ontwikkeld, zodat het Bronkhorster zaakje werkelijk de dernier cri in manufacturen had! Veel aftrek vond de prachtige fijne zijde met weerschijn: lustre, bij de dames van de streek. Als debiteuren stonden in de notariele acte vermeld: Meijer Heimans uit Groenlo, E. H. Samson uit Eibergen, S. Weijl uit Zutphen en tevens de namen van debiteuren uit 1851. Tevens werd er gewag gemaakt van een rekening van de Heer Medecinae Doctor van Swaag te Brummen 24. Waarschijnlijk had die medicus de stervende Nathan begeleid en mogelijk in de ziekteperiode ervoor. Vanaf 1867 tot ongeveer 1905 woonden er afstammelingen van Poolse Na- than Mansfeld in Brummen. Een familie (Jacob Haim) stichtte in het begin van deze eeuw een prachtig winkelpand in Arnhem in de Vijzelstraat, waarover velen spraken als over een Parijse zaak. Mansfeld's nakomelingen (Herman) hadden ook de hand in het tot stand komen van het Mokumse Confectiecentrum . Een andere Mansfeld ging zo'n 70 jaar geleden met stoffen de boer op; het zat hen kennelijk in het bloed! Nathan Mansfelds weduwe Hanna verliet Steenderen en Bronkhorst en zij hertrouwde in Brummen in augustus 1860 met Joseph Sternfeld.
Zijn overlijden is ingeschreven onder de spelling Mansveld, en daarom in Genlias slechts via deze spelling te vinden.
2011/04/22