Het Stenen Archief - Afgerond en lopend onderzoek

[23488]

(206)066
onbekend
23-11-1940
Tilburg
Er is geen Nederlandse tekst.

ועליך יזרח ד' וכבודו עליך יראה
פ"ט
אשת חיל עטרת בעלה ובתה
האשה מ' שפרינצא גרוס (?)
בת כמוהר"ר מאיר זצ"ל
הדריכה ביתה בדרך ד' ותורתו
נצר היתה משרש רבנים וחכמים
למרחקים הביאה לחמה
ובשערים הללו מעשיה
נדרשה לישיבה של מעלה
במוצאי מנוחה ש"ק פ' תולדות
שנת ותלך לדרוש את ד' לפ"ק
ת נ צ ב ה

הנאהבים והנעימים (בחייהם ובמותם לא נפרדו)

כמוהר"ר = כבוד מורנו ורבנו הרב רבי

“Maar over u zal de Eeuwige opgaan en zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.” (1)
Hier rust
een flinke vrouw, de kroon van haar man (2) en haar dochter,
mevrouw Sprientsa Gros (?),
dochter van onze geëerde leraar en rabbijn rabbi Me’ir, het aandenken van een rechtvaardige zij tot zegen (3).
Zij leidde haar huis op de weg van de Eeuwige en zijn Tora.
Zij was een loot uit de wortel van rabbijnen en wijzen.
Aan die veraf waren bracht zij haar brood
en in de poorten roemde men haar daden (4).
Zij werd opgeroepen voor de zitting hierboven
na het uitgaan van de rust van de heilige sabbat van de parasja “Toledot” (5)
in het jaar “En zij ging om de Eeuwige te vragen” (6) volgens de kleine telling.
T.N.Ts.B.H.

“De beminden en de lieflijken (waren in hun leven en in hun sterven niet gescheiden.”) (7)

(1) Jesaja 60:2.
(2) Spreuken 12:4.
(3) Spreuken 10:7.
(4) Zie Spreuken 31:31.
(5) De zesde Tora-afdeling, Genesis 25:19 t/m 28:9.
(6) Genesis 25:22. Vermoedelijk zijn de letters taw, sjin en alef gemarkeerd, met de waarde 701.
(7) 2 Samuel 1:23. Het eind van de tekst staat op steen (206)065.
Overleden: (vermoedelijk op) zondag 23 Chesjwan 5701 = 24 november of zaterdagavond 23 november 1940.
2020/10/11
barend_e