פ"ט
אשת חיל יראת ה'
ה"ה מ' שרה מלכה בת כהר"ר
צבי מארקוס אשת אברהם
יואל קראפפעלד נפטרה יום
א' דחה"מ סכות שנת ת'ר'צ'ה' לפ"ק

שמחת בחלקך כל ימיך
רוחך הנכון היטיב דרכיך
הדר הוריך ופאר אחותיך
משיבת נפש לבעל נעוריך
לעזר כנגדו ברב חסדיך
כשרון מעשיך הכירו רואיך
הנאהבה בכל מודעתך
בנית ביתך בחכמת לבך
תפארת בעלך ועטרת משפחתך
צפית בזריזות הליכות ביתך
ברכת ה' מצויה באהלך
יהיה לברכה זכר צדקתך
[..........]

Hier rust
een flinke vrouw, die de Eeuwige vreesde.
Dit is mevrouw Sara Malka, dochter van de geëerde rabbijn, de heer
Tsvi Marcus, vrouw van Avraham
Jo’eel Kropveld (?). Zij overleed op
de eerste dag van Chol Ha-Mo’eed Soekkot (1) van het jaar 5695 volgens de kleine telling.

Je verheugde je in het lot, jou toebedeeld al je dagen.
Jouw vaste geest (2) maakte jouw wegen goed.
De luister van je ouders en sieraad van je zusters.
Verkwikking van de ziel (3) van de man van je jeugd (4).
Als een hulp tegenover hem (5) in jouw grote goedertierenheid (6).
De bekwaamheid van jouw daden (7) kenden zij die jou zagen.
Geliefd bij al jouw bloedverwanten (8).
Jij bouwde je huis met de wijsheid van je hart (9).
De luister van je man en de kroon van je familie.
Jij hield met voortvarendheid toezicht op de gang van je huishouding (10).
De zegen van de Eeuwige wordt gevonden in jouw tent.
Tot zegen zal zijn de herinnering aan jouw liefdadigheid (of: rechtvaardigheid) (11)
[..........]

(1) De eerste van de tussendagen van het Loofhuttenfeest, 17 Tisjrie.
(2) Zie Psalm 51:12.
(3) Zie Psalm 19:8.
(4) Zie Joël 1:8.
(5) Genesis 5:18.
(6) Zie o.a. Joël 2:13.
(7) Zie Prediker 4:4.
(8) Zie Ruth 3:2.
(9) Zie Exodus 35:35.
(10) Zie Spreuken 31:27.
(11) Deze twaalf regels vormen een gedicht. De beginletters vormen de naam “Sara Malka, dochter van Tsvi”.
Overleden: woensdag 17 Tisjrie 5695 = 26 september 1934.